uniform

éénvormig

uniform (Wikipedia)
Voor het gelijknamige begrip uit de scouting, zie Uniform (scouting).

Een uniform (soms tenue genoemd) is werkkleding waarmee een persoon zich onderscheidt als lid van een organisatie of als functionaris. Het woord uniform betekent eenvormig en daarmee wordt al uitgedrukt dat alle leden van de organisatie dezelfde kleding dragen.

Ceremonieel uniform
Uniform van president Porfirio Díaz van Mexico, rond 1900

Dragen de personeelsleden van een winkelbedrijf dezelfde kleding, bijvoorbeeld een rode broek en een groen shirt, zodat ze voor de klanten (en voor elkaar) herkenbaar zijn, dan is dat dus een uniform, maar in de praktijk wordt dit geen uniform genoemd. Men spreekt van uniform als de kleding van een bepaald (moeilijk te omschrijven) type is, bijvoorbeeld een lichtgetint overhemd, een jas met strepen op de mouwen en een pet. Zelfs als een enkele persoon zo'n pak draagt (bijvoorbeeld een privéchauffeur), spreekt men wel van een uniform, hoewel hij geen collega's heeft met hetzelfde pak, zodat er geen sprake is van uniformiteit.

Een uniform is meestal eigendom van de werkgever. Bij beëindiging van het dienstverband moet het uniform worden ingeleverd en dat geldt ook voor een versleten uniform. Hiermee voorkomt de werkgever dat het uniform door buitenstaanders wordt gedragen. Bij Defensie is dit echter niet altijd het geval en mag het uniform meegenomen worden. Het dragen ervan is dan echter slechts nog in bijzondere omstandigheden toegestaan.

Iemand die geen uniform draagt, draagt burgerkleding. Men zegt ook wel: "in burger".

Bij een aantal functionarissen wordt niet over een 'uniform' gesproken maar over een ambtskostuum.