Een type II-fout treedt op wanneer bij het testen van statistische hypothesen de nulhypothese ten onrechte wordt aangenomen. Type II-fouten worden ook wel ‘fout negatief’ genoemd; er wordt geen positief effect gevonden wanneer dat effect er wel is. Type II-fouten betekenen dat mogelijk waardevol onderzoek verloren gaat. Omdat er geen positief effect is gevonden, wordt het onderzoek misschien stopgezet. Deze studie had nuttig kunnen zijn, maar omdat er verder geen onderzoek plaatsvindt, is er geen schade voor patiënten. Type II-fouten kunnen niet helemaal worden vermeden, maar onderzoekers dienen bij het opzetten van een klinisch onderzoek wel te bepalen tot op welke hoogte een risico op type II-fouten nog aanvaardbaar is. Om het risico op type II-fouten aanvaardbaar te houden, kan de power of steekproefomvang (het aantal deelnemers aan een onderzoek) worden verhoogd.