zonder medeweten van de zieke en de arts bijv. bij onderzoek nieuw geneesmiddel
Een statistisch onderzoek met proefpersonen heet dubbelblind als noch de proefpersoon, noch de onderzoeker gedurende het experiment kennis heeft over wie tot de experimentele groep behoort en wie tot de controlegroep. Daardoor wordt de invloed van verwachtingen en van handelwijzen als gevolg van deze kennis uitgesloten. De toewijzing van de proefpersonen aan de groepen dient gerandomiseerd te gebeuren, dit om zogenaamde observer bias te voorkomen.
In dubbelblind onderzoek zijn de te testen behandelingen en placebo's gecodeerd, evenals de proefpersonen. De betekenis van de codes is alleen bij een persoon bekend, die niet direct bij het onderzoek is betrokken. Na afloop van de onderzoeksperiode worden de resultaten statistisch verwerkt. De proefpersonen worden dan meestal in diverse groepen opgedeeld, bijvoorbeeld een groep waarbij verslechtering optrad, een groep die gelijk bleef en een groep waarbij verbetering optrad. Pas nadat de resultaten allemaal zijn geregistreerd wordt de codering verbroken en wordt duidelijk wie tot de experimentele groep behoorde en wie tot de controlegroep. Dan wordt ook duidelijk of een verbetering aan de behandeling is te danken of juist niet. Het komt ook voor dat een getest middel zelfs een verslechtering veroorzaakt, hetgeen dan ook zal blijken. Het is van belang de blindering tot na het verwerken van de testresultaten vol te houden, omdat ook bij deze verwerking vertekening van de resultaten kan plaatsvinden als bekend is wie bij welke groep hoort.
Het eerste dubbelblinde onderzoek vond al in 1835 plaats. Het spreekt voor zich, dat als al zeker is welke behandeling beter is, onderzoek met een controlegroep geen nut meer heeft en dat medisch onderzoek aan alle eisen, die aan hedendaags wetenschappelijk onderzoek worden gesteld, moet voldoen.